Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando (DGLC)
Geschiedenis
In 2009 besliste de Commandant der Strijdkrachten dat de grondgebonden luchtverdedigingseenheden van land- en luchtmacht zouden worden samengevoegd en onder 'single service management' van de Koninklijke Landmacht worden geplaatst. Ook het Korps Mariniers verloor haar STINGER-peloton. Op 28 maart 2012 werd het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigings Commando (DGLC) opgericht op de voormalige Vliegbasis De Peel, nu Luitenant-generaal Bestkazerne geheten. Het DGLC bestond uit een staf- en commando-eenheid (800 Squadron), 2 squadrons PATRIOT-eenheden (802 en 803 Squadron), 2 batterijen luchtdoelartillerie Army Ground Based Air Defence System (AGBADS) uitgerust met het Norwegian Advanced Surface to Air Missile System (NASAMS) en STINGER (11e en 13e Batterij) en diverse ondersteunende eenheden voor onderhoud etc.
Kolonel Erik Abma aanvaardt bij de oprichting in 2012 het commando over het DGLC (foto: Directie Communicatie, ministerie van defensie)
Als gevolg van diverse bezuinigingsrondes bestond DGLC in 2022 nog slechts uit 800 Squadron, 802 Squadron met 3 PATRIOT-vuureenheden en de 13e Batterij met AGBADS en inmiddels ook een Counter-Rockets, Artillery and Mortar (C-RAM) capaciteit.
De wapensystemen van het DGLC
In haar ruim 10-jarig bestaan heeft het DGLC uitzendingen achter de rug naar Turkije (2012-2013) en Slowakije (2022). In 2014 werd het AGBADS-systeem van het DGLC ingezet voor de beveiliging van de Nuclear Security Summit in Den Haag. Daarnaast is het personeel van het DGLC veelvuldig ingezet voor andere operationele activiteiten zoals 'de Compagnie in de West' (de militaire component te Curaçao).
Nieuwe taken voor het DGLC werden de Counter-Rockets, Artillery and Mortars (C-RAM) taak en de beveiliging van kampementen bij expeditionaire inzet met het Deployable Integrated Sensors for Compound Security (DISCUS) systeem. In 2018 kreeg het DGLC het commando over de Duitse Flugabwehrraketengruppe 61 uit Todendorf, en in 2020 keerde de STINGER als schouderwapen terug.
Inmiddels is het tij voor de grondgebonden luchtverdediging gekeerd. De oorlogen in de Oekraïne en het Midden-Oosten bewijzen het belang van een goede luchtverdediging en hebben geleid tot een hernieuwde aandacht hiervoor. Ook voor het DGLC heeft dit gevolgen. In 2023 is de 11e Luchtverdedigingsbatterij heropgericht, ditmaal met de specifieke taak van Counter-Unmanned Aerial Systems (C-UAS; drones) en het leveren van STINGER-teams voor krijgsmachtbrede inzet. In 2024 zal de 12e Luchtverdedigingsbatterij worden geactiveerd die met AGBADS zal zijn uitgerust. Ook zal het 4e PATRIOT-systeem, dat nu nog als reserve wordt aangehouden, weer operationeel worden.